Gold is een verhaal gebaseerd op waargebeurde feiten rondom het Bre-X schandaal uit 1993. Kenny Wells (McConaughey) is een goudzoeker, maar falende zakenman wiens relatie onder druk staat. Hij besluit om samen te werken met de evenmin succesvolle geoloog en avonturier Michael Acosta. De twee trekken in een laatste poging om succes te boeken door de Indonesische jungle op zoek naar goud.
Het hele middenstuk doet langdradig aan, zoals gezegd is niet alles even geloofwaardig en misschien is McConaughey wel een tikketje over de top in deze rol.
De film is bij vlagen nog best interessant, maar in de tweede helft weinig boeiend. Gold blijkt een tussendoortje, niet alleen voor de acteurs, ook voor de kijker. Een krappe voldoende, een film die zich binnen twee dagen naar de onbereikbare delen van je grijze massa verplaatst.
Gold is op papier veelbelovend, maar net als in de film valt de oogst uiteindelijk tegen. De film lijkt vooral opgebouwd rond de prestatie van McConaughey, maar helaas hebben we hem weleens beter gezien. Daarnaast heeft het verhaal hier eigenlijk maar weinig om het lijf, waarbij we toch moeten constateren dat er meer uit het bronverhaal gehaald had kunnen worden.
Het blijft al met al een leuke film, maar is gewoonweg niet zo goed als het had kunnen zijn. Met een wat strakker scenario, aandacht voor de bijrollen en een ietsje lager 'alright alright alright'-gehalte had er meer ingezeten.
Gold probeert te liften op het succes van soortgelijke films als The Wolf of Wall Street en American Hustle, maar mist de schwung om dit tot een echte solide film te maken.
McConaughey z’n voorkomen - dikke buik, witte openstaande badjas, en plofferige witte onderbroek - zou een gniffel op kunnen leveren. En de toespraak die Wells geeft nadat bekend wordt dat hij het gouden pikhouweel wint, kent prachtige woorden. Ze missen alleen de kracht om echt aan te komen.
Het door een mijnschandaal uit 1993 geïnspireerde Gold biedt weinig verrassing. Dit komt deels door de overbekende structuur maar ook door Matthew McConaughey.
Regisseur Stephen Gaghan hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant maakt hij van Gold een satire zoals The Wolf of Wall Street, maar tegelijkertijd wil hij ook het menselijke drama in beeld brengen. Zelfs McConaughey is met zijn uitstekende acteerwerk niet in staat deze film te redden.
Er wordt zo snel van thematiek gewisseld dat het je uiteindelijk bar weinig meer kan schelen wie er aan het (toch wel verrassende) einde van de film aan het langste eind trekt. We hebben het vaker gezien en het ligt puur aan McConaughey’s sterke aanwezigheid dat Gold nog een beetje te genieten valt.
Minstens zo straf als Gaghans intelligente benadering is de vertolking van McConaughey. Zoals in Dallas Buyers Club onderging de acteur een hele metamorfose, deze keer in de richting van Raging Bull. Wie de onderbuikversie van The Wolf of Wall Street wil zien, weet waarheen.